Op woensdag 7 november 2018 hebben wij de volgende lezing voor u in petto:
“Verrassingen achter de voordeur, Dokkumer interieurs her-ontdekt”
Datum: woensdag 7 november a.s.
Tijd: 20.00 uur
Locatie: de Doopsgezinde/Remonstrantse kerk aan de Legeweg.
Spreker van de avond is ditmaal de heer Johan de Haan, hoofdconservator van Museum Paleis Het Loo, bijzonder hoogleraar vanwege de Ottema-Kingma Stichting en voorzitter van de Raad van Advies van de Stichting Interieurs in Fryslân. De heer De Haan zal tijdens de lezing beelden van een aantal bijzondere interieurs en interieuronderdelen laten zien, de context schetsen waarin ze tot stand kwamen en hoe ze werden gebruikt.
Een beroemd Engels kunsthistoricus, Sir Sacheverell Sitwell, was zeventig jaar geleden helemaal ondersteboven van het stadhuis in Dokkum. De buitenkant vond hij al ‘delightful’, maar het interieur maakte hem pas echt enthousiast. In zijn geestdrift noemde hij de achttiende-eeuwse raadzaal zelfs één van de mooiste interieurs in Europa, vergelijkbaar met het beste wat er in Italië te vinden was. Na afloop van zijn bezoek vroeg de Engelsman zich dan ook verbaasd af waarom zo weinig mensen dit interieur kenden.
Het antwoord op de vraag van Sitwell is lastig te geven, maar het is nog altijd waar dat Nederlandse steden met enige historische pretentie in hun city marketing vooral mikken op de geveltoerist. Een paar mooie trapgevels, een statige voordeur, een raadhuis met een parmantig torentje: ook in Dokkum is genoeg materiaal te vinden voor een mooie ansichtkaart of een aantrekkelijke website om toeristen tot een bezoekje te verleiden. Vaak wordt vergeten dat al die gevels hun bestaan danken aan het interieur dat zich achter die façades bevindt. In een gevel alléén kan immers niet worden gewoond en gewerkt.
Interieurs zijn heel lang nauwelijks als serieus onderdeel van ons erfgoed beschouwd. Woonhuisinterieurs behoorden immers tot het privédomein en voor échte cultuur kon men wel in musea terecht, waar de stijlkamer niet voor niets lange tijd een populair element was: een ‘symbolisch interieur’, met daarin het beste, mooiste of meest opvallende in een gesuggereerde woonomgeving tentoongesteld. Interieurs en interieuronderdelen die niet in een museum terecht kwamen, waren overgeleverd aan de conjunctuur van persoonlijke belangstelling, mode, de (antiek-)markt en technische ontwikkelingen. Kortom, interieurs ontstaan, evolueren maar verdwijnen ook bij de gratie van het gebruik en opvattingen over wat mooi, gepast en ‘comfortabel’ is of zou moeten zijn.
Toch is er ook achter de Dokkumer gevels nog verrassend veel bewaard gebleven dat laat zien hoe er in vroeger eeuwen werd gewoond en gewerkt. De resultaten van de recent in de gemeente Dongeradeel uitgevoerde interieur-inventarisatie door de Stichting Interieurs in Fryslân laten zich dan ook lezen als een geschiedenisboek: ze tonen hoe mensen vorm gaven en geven aan hun leven en leefomgeving. Een deel van dat boeiende verhaal zal in de lezing ‘Verassingen achter de voordeur: Dokkumer interieurs herontdekt’ worden verteld aan de hand van bekende en vooral ook minder bekende Dokkumer voorbeelden.